#doorwerkers tijdens Corona
Wat vind je het leukste aan je job?
Als Scheldemondeloods werk ik in een elfdagensysteem waarbij zes werkdagen worden afgewisseld door vijf rustdagen. Op werkdagen ga ik niet naar huis, maar verblijf ik in een kamer, een beetje zoals een scheepshut, die ik deel met een andere loods.
Je kan dus stellen dat mijn job allesbehalve doorsnee is. Ik weet ook nooit op welke schip ik terecht zal komen en met wie ik ga samenwerken. Eigenlijk weet ik zelfs niet wanneer ik ga slapen. Onze job is ook sterk afhankelijk van het weer. Tijdens een storm aan boord van een schip geraken met een touwladder, dat is niet evident.
Hoe anders zijn jouw werkdagen nu?
In het begin merkte ik weinig verandering, omdat er in de scheepvaart altijd een verlaat effect is. Tijdens mijn vorige werkbeurt was het wel rustiger en heb ik twintig procent minder schepen gedaan. Nu is het opnieuw zeer druk. De schepen liggen ook iets minder diep, dus ze dragen minder lading. Onze kamers worden ook extra gereinigd. We kregen twintig mondmaskers per persoon, we mogen om handschoenen vragen en overal in het gebouw zijn gelpompjes te vinden. Als loods op een schip moet je ervoor zorgen dat je eigen veiligheidsvoorwaarden gerespecteerd worden. In het commandocentrum spreek ik af of ik de bakboord of -stuurboordkant van de scheepsbrug gebruik als werkruimte en dan wil ik dat iedereen afstand houdt. De kapitein en de bemanning gebruiken dan de andere helft van de brug. Als iemand de telefoon, radar of andere toestellen waar ik mee moet werken aanraakt, moeten die ook gepoetst worden.
Je hoeft iemand niet aan te raken om die te begroeten. Hoffelijk zijn kan ook op afstand.
Wat geeft jou moed om door te gaan?
Ik heb het er niet zo moeilijk mee om door te gaan, omdat er voor mij weinig verandert. Als Scheldemondeloods mogen we nog steeds naar het buitenland. Over de grens, naar Vlissingen, een klein stadje waar we werken en waar de winkels nog steeds open zijn. Er is een strandje en veel ruimte om te wandelen en te fietsen, om te ontspannen, tussen onze opdrachten door. In België woon ik bij mijn vrouw en zoon, meer heb ik niet nodig.
Heb je iets geleerd uit deze periode?
Ja, dat de huidige hygiënemaatregelen de nieuwe standaard zouden moeten zijn. Mijn vrouw en ik leefden al zo. Ik ben opmerkelijk minder verkouden dan vroeger. Het is ook niet nodig om iemand aan te raken als je die wil begroeten. In de overgangsfase gaven we nog elleboogjes, nu zeggen we gewoon hallo en nemen we vriendelijk afscheid. Mensen kunnen hygiënischer leven zonder onhoffelijk te zijn.
Welke boodschap wil je nog kwijt aan je collegas?
Iedereen werkt heel goed voort. Er zijn er maar weinig die thuisblijven en dat is dan nog omdat ze samenwonen met kwetsbare personen. Ik ben trots op mijn werk en op mijn collegas.