Goederenvervoer via binnenvaart tussen North Sea Port en achterland neemt toe tot 60%
Als multimodale haven zet North Sea Port sterk in op duurzaam vervoer. Voor de vijfde maal voerde de haven onderzoek uit naar de vervoersmogelijkheden die bedrijven (in 2022) gebruiken om goederen (aan- en afvoer) naar het achterland te vervoeren.
Daaruit blijkt dat 60% van de goederen via binnenvaartschepen wordt vervoerd. Dat is maar liefst een toename met 6% op vijf jaar tijd. Het gaat zowel om het laden als het lossen van binnenvaartschepen.
Daarnaast neemt het aandeel van het wegvervoer 28% in. Het spoor blijft bestendigd op een aandeel van 10%, ondanks kostenverhogingen. Het overbrengen van lading van een schip op een ander schip of vervoersmodus - transhipment - staat voor 2%.
De echte vooruitgang voor duurzaam transport zit hem in het aandeel van de binnenvaart. 60% is best wel uniek te noemen. Deze cijfers uit het modalsplitonderzoek laten zien dat de bedrijven en rederijen in North Sea Port verder inzetten op vervoer via binnenvaart, aldus Daan Schalck, CEO van North Sea Port.
Binnenvaart en spoorvervoer verder ontwikkelen
North Sea Port zet actief in op een modal shift richting duurzaam transport via de binnenvaart en het spoor. Het grensoverschrijdende havengebied beschikt over een uitgebreid netwerk van achterlandverbindingen. Het ligt immers op het kruispunt van de Europese vervoersmogelijkheden via binnenvaart, spoor en wegvervoer en op een aantal Europese vervoerscorridors.
Het vervoer over de binnenwateren zal nog toenemen met de realisatie van het Seine-Scheldeproject waardoor binnenvaartschepen met een laadvermogen van 4.500 ton tot in Parijs kunnen varen.
Wat spoorontwikkelingen betreft, werkt de haven samen met de spooroperatoren ProRail en Infrabel aan onder meer een nieuwe verbinding op de oostoever tussen het Nederlandse Axel en het Belgische Zelzate, een nieuwe zuid-oostboog in het spoor ten oosten van de Sluiskilbrug en de ontsluiting naar het noorden van de spoorbundel aan het Kluizendok.