Nieuws

Infrabel zet met zes 750 meter lange sporen North Sea Port verder op de Europese kaart

Gepubliceerd op wo 13 sep 2023
De Belgische spoorbeheerder Infrabel bouwt aan de sporenbundel Mercator zes sporen van 750 meter lang. Deze investering nabij het gelijknamige dok in het Gentse deel van North Sea Port bedraagt bijna 12 miljoen euro, met steun van Europa en de Belgische regering.

Infrabel zal drie jaar werken aan de capaciteitsuitbreiding van de sporenbundel Mercator. Dit gebeurt in nauw overleg met het havenbedrijf North Sea Port en de bedrijven die rekenen op deze strategische infrastructuur. Sporen van 750 meter lang zijn immers dé toekomst van het goederenspoorvervoer in Europa. Want op deze lange sporen kunnen langere goederentreinen aankomen, wat de transportkosten drukt en bovendien goed is voor het milieu.

Belangrijk voor transport van en naar bedrijven

De sporenbundel Mercator ligt tussen de R4-Oost, de ringweg rond het Gentse deel van de haven, en het Zeekanaal Gent-Terneuzen. Voor verschillende, grote bedrijven in de buurt (Volvo Car, Volvo Trucks, DFDS Seaways, Stukwerkers, Ghent Commodity Terminal,…) is de bundel van cruciaal belang voor het goederentransport per spoor. Op deze tweede drukste sporenbundel in het Gentse deel van de haven komen goederentreinen uit alle richtingen aan, worden ze samengesteld en vertrekken ze weer. Aan boord vind je staalproducten, afgewerkte auto’s, onderdelen voor auto’s en vrachtwagens en grondstoffen zoals steenkool. Maar omdat deze belangrijke spoorbundel van het jaar 1996 met negen sporen letterlijk op zijn limieten botst, wordt die uitgebreid.

Grootte doet er toe

In het bijzijn van onder meer de federale Vicepremier en minister van Mobiliteit Georges Gilkinet en CEO van Infrabel Benoît Gilson werd op woensdag 13 september de werf aan de sporenbundel bezocht. In het voorjaar startte Infrabel met de werkzaamheden aan de Gentse kant van de sporenbundel om de spoorconfiguratie te hertekenen en extra capaciteit te creëren. Zo kan het treinverkeer tussen de verschillende bedrijven nog veiliger, vlotter en sneller verlopen. Tegelijk werden al vier sporen in de bundel verlengd en kwamen er acht nieuwe wissels en 200 meter extra spoor bij. Deze eerste fase is nodig voor het verder aanleggen van de 750 meter lange sporen.

In het najaar 2023 starten de voorbereidende werken voor de tweede en laatste fase, deze keer aan de Zelzaatse kant van de sporenbundel. Hier is nog heel wat plaats om extra spoorlengte te realiseren. Daarvoor zal het havenbedrijf North Sea Port vooraf een landhoofd van de Skaldenbrug verplaatsen zodat Infrabel op de vrijgekomen ruimte drie nieuwe sporen onder de brug kan leggen. En deze infrastructuur is dan weer belangrijk voor wanneer Infrabel, in het voorjaar van 2025, de laatste bestaande sporen van de bundel Mercator verlengt. In totaal worden aan deze Zelzate-kant van de bundel 12 wissels vernieuwd en komt er maar liefst drie kilometer spoor bij.

Als tegen de zomer van 2025 alle werken zijn afgerond, zullen op de Mercatorbundel zes van de negen sporen een lengte van 750 meter of langer hebben.

Op naar 15% vervoer per spoor naar het achterland

Deze uitbreiding van het spoor op Europees niveau is een sterke troef voor North Sea Port en de inzet op de modal shift. Peter Van Parys, COO van North Sea Port: “Momenteel gaat 10% van het goederenvervoer van de haven naar het achterland via het spoor. Het is de ambitie om dit uit te breiden tot 15% en zo goederentransport van de snelwegen naar het spoor over te hevelen.” Dat is goed voor onze economie, voor minder files en beter voor mens en milieu. Zeker als je weet dat één goederentrein gemiddeld 45 vrachtwagens van de baan haalt.

Met de federale regering en Europa

De federale regering investeert in het spoor om een duurzame modal shift te realiseren en de Belgische economie te ondersteunen. Om de spoorinfrastructuur van de bundel Mercator klaar te maken voor de toekomst investeert de overheid via het Nationale Relanceplan liefst 4 miljoen euro. Ook Europa onderstreept het belang van deze cruciale infrastructuur door 8,5 miljoen euro subsidies toe te kennen dankzij het RFF fonds (Recovery and Resilience Facility).