Belgische ministers in North Sea Port: bezoek in Vlissingen aan bouwwerf van eerste energie-eiland ter wereld
De Belgische premier Alexander De Croo, de minister van Energie Tinne Van der Straeten en staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen Thomas Dermine hebben op woensdag 23 april de caissonwerf bezocht van het Prinses Elisabeth Eiland in North Sea Port, in Vlissingen. Het Belgische consortium van DEME en Jan De Nul (TM EDISON) bouwt er in opdracht van de Belgische netbeheerder Elia Transmission de funderingen van het Belgische energie-eiland. Dit kunstmatige eiland komt 45 kilometer voor de Belgische kust. Het Belgische energie-eiland is een wereldprimeur. Het wordt de eerste bouwsteen van een eengemaakt Europees hoogspanningsnet op zee en is fundamenteel voor een succesvolle energietransitie in België.
Alexander De Croo, premier van België: "De Noordzee wordt de energiecentrale van onze energieonafhankelijkheid. Het Prinses Elisabeth Eiland zal daarbij een cruciale schakel zijn. Ons land is al langer een pionier op het vlak van offshore wind. Door blijvend te innoveren, versterken we onze positie ook voor de toekomst. Het geeft onze Belgische bedrijven opnieuw de kans om baanbrekend werk te verrichten, hier en in het buitenland. En dat alles met de garantie van duurzame energie tegen een competitieve prijs voor onze burgers en bedrijven. We zetten België andermaal op de kaart."
23 caissons voor één eiland
De caissons zijn grote betonnen bouwblokken, die de buitenmuren van het toekomstige energie-eiland vormen. De eerste van 23 caissons is zo goed als klaar en wordt in de zomer afgezonken in de Noordzee.
De werf in Vlissingen is opgestart in september 2023. Er werken dagelijks zo’n 300 mensen. Met de bouw van de eerste caisson wordt de omvang van het project pas echt zichtbaar. Elke betonnen bouwsteen is 57 meter lang, 30 breed en 30 meter hoog en weegt 22.000 ton. Het duurt drie maanden om één caisson te bouwen. Wanneer de caissons klaar zijn, transporteert een semi-afzinkbaar schip ze verderop in onze haven, waar ze te water gelaten worden en tijdelijk gestockeerd worden. Deze zomer - bij goed weer - worden ze dan verplaatst naar hun finale locatie in de Noordzee. De caissons worden de buitenmuren van het energie-eiland. Het eiland zelf wordt opgespoten met zo’n 2,3 miljoen m³ zand, dat lokaal gewonnen wordt. Eind 2026 zal het eiland klaar zijn en kan de installatie van de elektrische apparatuur starten.
Daan Schalck: “Het energie-eiland is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen België en Nederland, met Europese steun. Grote Belgische bedrijven kozen Vlissingen in het Nederlandse deel van onze haven als locatie uit om er de bouw van deze wereldprimeur mee vorm te geven. Deze keuze komt voort uit onze strategie om in te zetten op de energietransitie. In Vlissingen ontwikkelt zich zo al enkele jaren een hele cluster voor de offshore-industrie, zoals de bouw van windparken op zee.”
Een innovatief hoogstandje
Het Prinses Elisabeth Eiland wordt het eerste kunstmatige energie-eiland ter wereld dat zowel gelijkstroom (HVDC) als wisselstroom (HVAC) combineert. De hoogspanningsinfrastructuur op het eiland zal de elektriciteitskabels van de windparken in de Prinses Elisabeth zone bundelen. Het eiland wordt tegelijk een hub voor toekomstige interconnectoren. Het zorgt niet alleen voor stroomuitwisseling tussen landen maar het zal ook verbonden worden met nieuwe offshore windparken in het noordelijke deel van de Noordzee, die België op termijn van grote volumes groene stroom voorzien.
Europese steun
Het energie-eiland kan rekenen op middelen uit het Europese Covid-herstelfonds. In overleg met de Belgische regering is een subsidie van ongeveer 100 miljoen euro toegekend. Ook voor de realisatie van een reeks natuurmaatregelen is zowel Belgische als Europese steun toegezegd. In samenspraak met experts in natuurbehoud en marien milieu is een ‘nature inclusive design’ uitgewerkt dat de biodiversiteit op en rond het eiland zal versterken.
